Nieuws-detail -

De huurrechtelijke gevolgen van aanslagen op woningen

28 december 2023 - Vastgoedrecht nieuws

De afgelopen tijd is het steeds vaker in het nieuws; aanslagen met vuurwerkbommen op woningen. Vaak gaat het om sociale huurwoningen in grote steden. De burgemeester heeft na zo’n aanslag de mogelijkheid om de woning voor een bepaalde periode te sluiten. De verhuurder heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een sluiting van een woning wegens een aangetroffen hennepkwekerij, niet de bevoegdheid om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Hieronder geef ik een overzicht van de huidige stand van zaken in wetgeving en rechtspraak.

Het wettelijk kader.

In het geval een aanslag op een woning wordt gepleegd, heeft de burgemeester op dit moment de mogelijkheid om die woning te sluiten door middel van een noodbevel. Zo’n noodbevel - geregeld in artikel 175 van de Gemeentewet - geeft de verhuurder niet de mogelijkheid om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.

De Tweede Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen waarmee (kort gezegd) dit soort aanslagen op een woning een sluitingsbevoegdheid van de burgemeester opleveren die wel een buitengerechtelijke ontbindingsbevoegdheid van de verhuurder oplevert. Het wetsvoorstel is in behandeling bij de Eerste Kamer.

Op dit moment is het dus zo dat de verhuurder zal moeten kunnen aantonen dat de huurder (of personen waarvoor de huurder aansprakelijk is) wanprestatie heeft gepleegd. Op die grond kan de verhuurder bij de rechter ontbinding van de huurovereenkomst vorderen. Als sprake is van een spoedeisend belang en een duidelijke zaak, kan in kort geding alvast de ontruiming worden gevorderd. De gepubliceerde rechtspraak laat zien dat het voor de verhuurder lastig is om een aanslag op een woning aan de huurder toe te kunnen rekenen.

Rechtspraak

In drie uitspraken van de kantonrechter Rotterdam trok de verhuurder aan het kortste eind.

In de eerste uitspraak van 28 september 2023 ging het om de beschieting van een woning en de plaatsing van een explosief in de brievenbus van die woning op dezelfde dag.
De verhuurder vorderde in kort geding ontruiming, maar die vordering werd afgewezen omdat uit niets was gebleken dat de huurder betrokken was bij de beschieting of het plaatsen van het explosief. De huurder was ook niet op enige wijze bij de politie in beeld.

In de tweede uitspraak, van 3 mei 2023, was er iets meer aan de hand. Er was in februari 2023 een explosief bij de woning tot ontploffing gebracht, terwijl de woning in 2019 ook al was beschoten. Volgens de verhuurder was de zoon van de huurster betrokken bij criminele activiteiten, maar hij was niet als verdachte aangemerkt en uit de politierapportage bij het besluit van de burgemeester bleek niet dat de zoon criminele activiteiten ontplooide of betrokken was bij de eerdere beschieting. De zoon had wel zijn telefoon, nadat deze door de politie was ingenomen, op afstand teruggezet naar de fabrieksinstellingen. De kantonrechter oordeelde dat onvoldoende aannemelijk was dat de huurster of haar zoon betrokkenheid had bij de explosie.

In de derde uitspraak, van 21 juli 2023, ging het om twee vuurwerkbommen die op 23 en 29 november 2022 voor de deur van een woning waren geplaatst. In de politierapportage was alleen in het algemeen opgenomen dat “uit verschillende onderzoeken valt op te maken dat dergelijke aanslagen die wij vatten onder de noemer “excessief geweld” worden gepleegd in opdracht van criminelen en of criminele organisaties gericht op woon- of bedrijfspanden van personen die deze criminelen of criminele organisaties nadeel hebben berokken.” Daarmee was volgens de kantonrechter nog geen sprake van een concrete aanwijzing dat de huurder daadwerkelijk banden had in het criminele circuit en (dus) niet van enige tekortkoming in de huurovereenkomst.

In de meest recente uitspraak op dit vlak liep het voor de verhuurder wel goed af. De kantonrechter Almere wees bij vonnis van 3 oktober 2023 in kort geding een vordering tot ontruiming toe nadat voor de deur van de woning een explosief tot ontploffing was gebracht. Verschil met de eerdere uitspraken is dat de kantonrechter de huurders (een man en een vrouw) in deze zaak wel een verwijt maakt. De man bleek betrokken in het criminele circuit. De vrouw bleek al in juli 2023 op de hoogte te zijn van het feit dat criminelen naar de man op zoek waren in verband met cocaïne en een miljoen euro en dat er in dat kader gevaar dreigde. Om die reden had de vrouw de huurwoning ontvlucht en was zij bij haar ouders ingetrokken. De kantonrechter oordeelde dat de vrouw zich er van bewust moet zijn geweest dat de dreiging richting de man een gevaar opleverde voor de woning nu algemeen bekend is dat dergelijke dreigingen regelmatig gepaard gaan met aanslagen op woningen. Door na te laten van die dreiging melding te maken bij de politie of de verhuurder, maar zelf buiten de woning te verblijven, heeft de vrouw volgens de kantonrechter een gevaarlijke situatie laten ontstaan, wat voldoende reden is voor een ontruiming in kort geding.

Nieuwe wetgeving?

Als het hiervoor besproken wetsvoorstel wordt aangenomen, kan de verhuurder in gevallen van geweld tegen een woning de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbinden en is het aan de huurder om aan te tonen dat het gebruik maken van die bevoegdheid misbruik van recht oplevert. Het is dan aan de huurder om aan te tonen dat hem of haar geen verwijt kan worden gemaakt in plaats van aan de verhuurder om aan te tonen dat wel van verwijtbaar handelen sprake is.

 Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Erik Lichtenveldt (tel: 010-7504475 of e-mail el@thladvocaten.nl).

 

 

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.