Nieuws-detail -

Transitievergoeding: Geen voortgezet dienstverband bij opzeggende werknemer

12 maart 2021 - Arbeidsrecht nieuws

In een casus die leidde tot een uitspraak van de kantonrechter Almere kwamen onlangs twee regelingen over de transitievergoeding in botsing.

De eerste regel is die over de opzeggende partij. Als de werkgever een arbeidsovereenkomst beëindigt, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. De transitievergoeding is echter niet verschuldigd als de werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt.
 
De tweede regel gaat over het voortgezette dienstverband. Volgens artikel 7:673 lid 4 sub b BW worden arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen die elkaar opvolgen met tussenpozen van ten hoogste zes maanden samengeteld voor de berekening van de transitievergoeding. Als tussen twee arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde werkgever en werknemer dus een periode van zes maanden of korter zit, moet de transitievergoeding worden berekend vanaf de ingangsdatum van de eerste arbeidsovereenkomst.

De opzeggende werknemer met een voortgezet dienstverband

De kantonrechter Almere moest zich buigen over een casus waarin partijen het er over eens waren dat de werknemer op enig moment korter dan zes maanden uit dienst was geweest. De werknemer had zelf opgezegd en zijn geluk beproefd bij een andere werkgever. Het gras bleek daar niet groener en de werknemer kwam weer terug in dienst. Niet lang daarna werd de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever door de kantonrechter ontbonden.

De werknemer stelde, onder verwijzing naar de tekst van de wet, dat hij minder dan zes maanden uit dienst was geweest en bij de berekening van de transitievergoeding dus moest worden uitgegaan van de eerste datum van indiensttreding. De werkgever vond van niet, nu de werknemer degene was geweest die een einde had gemaakt aan de eerste arbeidsovereenkomst. Het toch meenemen van de duur van die arbeidsovereenkomst zou weliswaar niet in strijd zijn met de tekst van de wet maar wel met de ratio daarvan.

De kantonrechter ging mee in het betoog van de werkgever. De kantonrechter acht het in strijd met de ratio en de bedoeling van de transitievergoeding om de werkgever te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding over het volledige dienstverband zonder rekening te houden met het feit dat de werknemer de eerste arbeidsovereenkomst had opgezegd.
 
Ten slotte

De kantonrechter beslist dus dat het strikt toepassen van de wet in dit geval tot een onaanvaardbaar resultaat leidt. Het is een uitspraak die goed is gemotiveerd en mijns inziens leidt tot een redelijke uitkomst. Afgewacht moet worden of de uitspraak navolging vindt bij andere rechters, te beginnen met het hof in het geval hoger beroep wordt ingesteld. In de wetsgeschiedenis is namelijk geen aanknopingspunt te vinden voor de uitleg van de kantonrechter en verdedigbaar is dus ook dat het niet aan de rechter is om een uitspraak te doen in strijd met de wet. Die wet maakt immers voor de vraag of eerdere dienstverbanden moeten worden meegenomen geen onderscheid in opzegging door de werknemer of werkgever van eerdere dienstverbanden.

 Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Erik Lichtenveldt (tel: 010 – 750 44 75 of e-mail el@thladvocaten.nl).   

 

 

 

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.