Vanuit de praktijk merken we dat verhuurders, huurders en buren lang niet altijd op de hoogte zijn van hun juridische positie als het gaat om het verwijderen van opschietende bomen, het snoeien van hagen en de locatie van bomen ten opzichte van de erfgrens. Er is in het verleden veel over geprocedeerd. Hieronder zetten we kort de uitgangspunten van de wet op een rij en hoe rechters over diverse situaties hebben geoordeeld.
De wet
Een eigenaar van grond is tevens eigenaar van met de grond verenigde beplantingen (artikel 5:20 BW). Vervolgens bepaalt de wet dat de eigenaar van een erf geen hinder mag toebrengen, onder andere door het onthouden van licht (artikel 5:37 BW).
Artikel 5:42 BW bepaalt dat het niet geoorloofd is om binnen twee meter van de grenslijn van een erfgrens bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daar toestemming voor heeft gegeven of dat het erf een openbare weg of openbaar water is. De afstand wordt bepaald door bij bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor heesters en heggen een halve meter. Bij algemene plaatselijke verordening (APV), gemeentelijke bomenverordening of een plaatselijke gewoonte kan een kleinere afstand worden toegelaten. Het is dus altijd gewenst het gemeentelijke beleid erop na te slaan.
Wanneer sprake is van een huursituatie is het Besluit Kleine Herstellingen van belang. Dit besluit geeft een niet limitatieve opsomming van huurdersonderhoud. Daaronder valt het onderhoud aan tuinen, opritten en erfafscheidingen, zodanig dat sprake is van een verzorgde indruk, waaronder in elk geval het regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen.
De praktijk
Wat als de gemeente in de APV een kleinere afstand van de erfgrens toelaat dan twee meter?
De wet staat toe dat de gemeente bij APV afwijkt van de 2-metergrens, zoals die in artikel 5:42 BW is bepaald. Het kan zijn dat het beleid van de gemeente erop gericht is monumentale en waardevolle bomen te behouden. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft bij uitspraak van 29 januari 2013[1] vooropgesteld dat het niet geoorloofd is om binnen de afstand van twee meter van de erfgrens bomen te hebben, tenzij bij gemeentelijke regelgeving is afgeweken. Wanneer een boom binnen de afstand van twee meter van de erfgrens staat en de betreffende gemeente kent geen van de wet afwijkende regel, dan is die situatie van aanvang af onrechtmatig. Vanaf dat moment kan in beginsel ook verwijdering van de boom worden gevorderd. In dat geval hoeft de overlast en/of de onrechtmatigheid van de situatie niet te worden aangetoond. Als de gemeente evenwel een kleinere afstand toestaat, danwel een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand toelaat, dan kan geen verwijdering worden gevorderd. Dat sprake is van een plaatselijke gewoonte moet uiteraard worden aangetoond.
Op grond van de APV is het geoorloofd binnen de 2-metergrens bomen te hebben.
Aan een nieuwe APV komt onmiddellijke werking toe. Dit betekent dat ook inmiddels geplante bomen niet verwijderd hoeven te worden wanneer deze binnen de in de APV gestelde grens staan. Dit laat echter ook onder een nieuwe APV onverlet dat buren niet op onrechtmatige wijze door het hebben van bomen elkaars licht of uitzicht mogen belemmeren of anderszins hinder mogen veroorzaken.
Aan wie behoort de eigendom van de boom toe, wanneer de stam op de erfgrens staat?
De wet bepaalt dat de eigendom van de grond mede omvat de met de grond verenigde beplantingen. Hieruit volgt dat bomen, waarvan de stam op een erfgrens staat, als 'met de grond verenigde beplatingen' toebehoren aan de onderscheidende eigenaren van de percelen gezamenlijk. Dat geldt volgens de Hoge Raad (20 mei 2011) ook voor bomen die ooit zijn geplant in de grond van het ene perceel, maar waarvan de stam later over de erfgrens heen is gegroeid.
Het vorderen van verwijdering van een boom buiten de 2-metergrenslijn
Wanneer geen sprake is van ongeoorloofde hinder, dan is het vorderen van verwijdering bijzonder lastig. Het Hof Leeuwarden besliste in een uitspraak van 1999 al dat rond woonhuizen geplante bomen en heesters veelal het leefklimaat ten goede komen en daarmee van algemeen belang zijn.
De vraag of een boom te hoog is geworden en daardoor licht, zicht en zon wegneemt, is een subjectieve beleving van een huurder/eigenaar. Wanneer geen sprake is van slecht onderhoud en omwonenden nooit hebben geklaagd over het groeien van de boom tot buiten proportionele hoogte, dan kan het niet zo zijn dat door heel lang wachten de kosten van verwijdering en/of onderhoud voor rekening van die eigenaar of verhuurder dienen te komen.
Wat als een eigenaar/huurder last heeft van vallende bloesems, bladeren en takken van een naastgelegen (linde)boom, hetgeen leidt tot verstopping van goten, het wegnemen van zonlicht en naar binnen waaien van bloemen, takjes en beestjes?
Ook al is er sprake van een grote boom, die ter plaatse beeldbepalend is, wanneer de boom op voldoende afstand van de woning staat en niet onevenredig veel licht wegneemt, toetreding van de ochtend- en middagzon niet wordt belemmerd en de boom aan de zijde van de woning extra hoog is opgesnoeid, dan vindt het Hof Leeuwarden (november 2011, niet openbaar gepubliceerd) dat er voor de eigenaar/huurder die overlast ondervindt geen reden is om verwijdering van de boom te vorderen. Het Hof te Leeuwarden is van oordeel dat het ondervinden van overlast in beginsel een risico is dat niet kan worden afgewenteld op de eigenaar van de boom, wanneer bij de aankoop van de woning de (linde)boom overduidelijk zichtbaar was. Wanneer men dat risico en dat van bijvoorbeeld schade aan een oprit, wil vermijden dan dient men zich voor de koop van de woning daarover nader te informeren, aldus het Hof.
Wie betaalt voor verwijdering van een zieke boom, de huurder of de verhuurder?
Hierover wordt in de rechtspraak verschillend gedacht en een aantal omstandigheden is van belang voor het antwoord op deze vraag. De kantonrechter Rotterdam heeft in 2004 al eens bepaald dat, wanneer een verhuurder akkoord gaat met het planten van bomen, deze vervolgens door natrekking eigendom van de verhuurder zijn geworden. Een huurder is dan niet gehouden om naar believen van de verhuurder een boom na afloop van de huurovereenkomst te verwijderen als daarover niets in de huurovereenkomst of algemene voorwaarden is bepaald. Gedurende de huurovereenkomst rust op de huurder slechts de plicht het onderhoud van de bedoelde bomen, zoals snoeien en degelijke, te verrichten. Dat kan dus anders zijn als de betreffende boom door de huurder is geplant en in de huurovereenkomst een verbod op de te hoog opschietende bomen is opgenomen. In dat geval is het zeer goed verdedigbaar dat snoei- en/of kapkosten voor rekening van de huurder moeten komen.
Ook wanneer de huurder zijn onderhoudsverplichting niet nakomt, waardoor de boom te groot/te hoog is geworden, dan is het gerechtvaardigd om de snoeikosten bij de huurder neer te leggen.
Mag een buurman/eigenaar een boom of haag snoeien van de andere eigenaar/buurman?
Wanneer een haag of boom zich niet op een plaats bevindt die in strijd is met de wet of de APV, dan heeft een nabuur geen recht takken te verwijderen, tenzij deze takken over zijn erfgrens hangen en de eigenaar desgevraagd weigert die overhangende takken te verwijderen. De kantonrechter te Arnhem heeft in een uitspraak van 2007 overwogen dat niet snel sprake kan zijn van overlast van bomen c.q. coniferen wanneer sprake is van een dichtbevolkte stadswijk waar mensen dicht bij elkaar wonen en waarbij het dus onvermijdelijk is dat men enige (over)last van elkaar moet accepteren. Ook kan meespelen de vraag hoe lang de betreffende bomen er al staan en de vraag en of die er al waren toen de eigenaar/huurder er kwam wonen. Verder geldt de algemene ervaringsregel, dat er weleens bladeren en takken van bomen naar beneden komen en in de tuin belanden.
Wel kan een huurder/eigenaar worden veroordeeld tot het terugbrengen van coniferen tot een hoogte van twee meter. Dit is een hoogte die bij wet is bepaald en ook in veel APV's wordt aangehouden.
Aanbeveling
De kosten voor het snoeien of zelfs verwijderen van bomen kunnen behoorlijk oplopen wanneer voor het snoeien of verwijderen professionele hulp moet worden ingeroepen en/of een vergunning moet worden aangevraagd. Discussie over de vraag voor wiens rekening deze kosten komen, komt veel voor. Om discussie te voorkomen, is het aan te bevelen dat bij aanvang van een huurovereenkomst partijen naast het opnemen van de woning ook een opname doen van de tuin en daarbij het aantal bomen beschrijven, de hoogte daarvan, de locatie, de staat en zo mogelijk het ras, bij voorkeur aangevuld met foto's.
Wilt u meer weten, neemt u dan contact op met Renate van der Hoeff, 010- 7504475 / rh@thladvocaten.nl