Nieuws-detail -

Gevolgschade bij een gebrek: voor huurder of verhuurder?

20 oktober 2025 - Vastgoedrecht nieuws

Het gerechtshof in Den Haag (hierna: het hof) heeft eerder dit jaar geoordeeld over de vraag wie de gevolgschade moest dragen van een lekkage (een gebrek) in een huurwoning. De lekkage werd veroorzaakt door een defect aan een waterleiding.

De feiten

Huurder huurt een woning van stichting Havensteder (hierna: Havensteder). Op 8 februari 2021 meldde de huurder een lekkage in de woning. De lekkage werd op korte termijn verholpen door Havensteder en de lekkage werd veroorzaakt door een defect in het leidingwerk. Als gevolg van de lekkage was er schade aan het stucwerk en het laminaat van de woning. De huurder wilde die gevolgschade vergoed zien door Havensteder.

Het oordeel van de kantonrechter en het gerechtshof

De kantonrechter

De kantonrechter rekende de lekkage op grond van de verkeersopvatting toe aan  Havensteder en veroordeelde Havensteder tot vergoeding van de gevolgschade van de lekkage. Havensteder ging hiertegen in hoger beroep.

Het hof

Het hof oordeelt in hoger beroep dat het enkele intreden van schade als gevolg van een gebrek onvoldoende is om dat gebrek aan een verhuurder toe te rekenen. Van toerekening zal wél sprake zijn indien een verhuurder van het ontstaan van het gebrek enig verwijt kan worden gemaakt of wanneer een verhuurder zijn verplichting tot verhelpen van het gebrek niet deugdelijk nakomt.

Het hof oordeelde verder dat het aan de huurder is om de omstandigheden die toerekenbaarheid aan de verhuurder meebrengen, te stellen en te bewijzen. De huurder in deze zaak wees erop dat Havensteder nooit onderhoud had gepleegd aan het leidingennetwerk en dat het herstel maanden heeft geduurd. Havensteder wees erop dat zij geen planmatig onderhoud aan leidingen uitvoert, dat zij dit ook niet met de huurder was overeengekomen en dat de lekkage binnen twee weken was opgelost.

Het Hof ging mee in het betoog van Havensteder en oordeelde dat van een verhuurder niet zonder meer kan worden gevergd dat hij planmatig onderhoud pleegt aan het leidingenwerk. Dat zou anders kunnen zijn als onderhoud of inspectie vereist was, omdat al eerder problemen gesignaleerd waren met de leidingen of als er ondeugdelijke reparaties hadden plaatsgevonden, maar dat is hier niet gesteld en ook niet gebleken. Er waren door de huurder dus onvoldoende omstandigheden aangevoerd waaruit kon worden afgeleid dat Havensteder enig verwijt kon worden gemaakt ten aanzien van de lekkage. Evenmin kon de schade volgens verkeersopvattingen aan Havensteder worden toegerekend, aldus het hof. Tot slot woog het hof ook nog mee dat de huurder zijn inboedel eenvoudig had kunnen verzekeren.

Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de huurder tot terugbetaling van het bedrag dat hij van Havensteder als schadevergoeding had gekregen.

Conclusie

De uitspraak is gunstig voor verhuurders. Wanneer een gebrek schade veroorzaakt, betekent dat niet automatisch dat die schade door de verhuurder moet worden vergoed aan de huurder. Indien het gebrek toerekenbaar is aan de verhuurder, zal de gevolgschade voor vergoeding door de verhuurder in aanmerking komen. In het licht daarvan, doet een verhuurder er verstandig aan om het verhuurde – voor zover de verantwoordelijk van de verhuurder – te onderhouden en om bij gebreken adequaat op te treden.

Voor meer informatie over dit onderwerk kunt u contact opnemen met Raï Ruysendaal, 010-7504475 of rr@thladvocaten.nl

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.