Nieuws-detail -

De belangen van minderjarige kinderen bij een (vordering tot) ontruiming van een woning

10 december 2025 - Vastgoedrecht nieuws

Hoe moet een rechter omgaan met de belangen van minderjarige inwonende kinderen van huurders tegen wie de ontruiming van de huurwoning wordt gevorderd? Dat vroeg de kantonrechter te Amsterdam zich ook af, waarop hij besloot een aantal (prejudiciële) vragen te stellen aan de hoogste rechter van Nederland, de Hoge Raad. Die vragen zijn bij uitspraak van 28 november 2025 door de Hoge Raad beantwoord (arrest hier te vinden). De antwoorden van de Hoge Raad zullen hieronder worden besproken

Het belang van minderjarige kinderen bij ontruimingen

De Hoge Raad heeft aangegeven dat de belangen van minderjarige kinderen bij een vordering tot ontruiming (op grond van het internationale recht) niet van doorslaggevend belang zijn, maar dat zij wel van een bijzonder gewicht zijn ten opzichte van andere belangen. Tot de belangen van minderjarige kinderen behoren onder meer:

-          Het recht op huisvesting; en

-          Het recht om niet gescheiden te worden van de ouder(s), tenzij die scheiding in het belang van het kind is.

De in aanmerking te nemen omstandigheden

Als er minderjarige kinderen betrokken zijn bij de vordering tot ontruiming, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat een vordering tot ontruiming van de woning zal worden afgewezen. Bij de beoordeling of die vordering kan worden toegewezen, moet worden gekeken naar meerdere omstandigheden, waaronder:

-          Mogelijkheid van alternatieve huisvesting, waarbij de Hoge Raad opmerkt dat het in eerste instantie aan de ouders of de overheid is om dakloosheid van een minderjarige te voorkomen. Ook kan de hoedanigheid van de verhuurder (woningcorporatie/particulier) een rol spelen in deze omstandigheid;

-          De mate van verwijtbaarheid van het gedrag van de huurder. Hierbij gaat het om het gedrag van de huurder(s) dat aanleiding heeft gegeven voor de vordering tot ontruiming;

-          De aard en de ernst van de tekortkoming door de huurder;

-          De belangen van omwonenden – waaronder mogelijk kinderen – waar de verhuurder rekening mee dient te houden;

Het onderzoek door de rechter

Gelet op het bijzondere gewicht dat toekomt aan de belangen van minderjarige kinderen, dient de rechter zo nodig uit zichzelf (ambtshalve) te onderzoeken of de gevorderde ontruiming ook minderjarige kinderen zal treffen en wat hun belangen zijn. Die onderzoeksplicht bestaat ook in zaken waarin de huurder niet in de procedure verschijnt (verstekzaken). Blijkt dat de ontruiming ook minderjarige kinderen zal treffen, dan zal de rechter bij partijen dienen te vragen naar de mogelijkheid van alternatieve huisvesting, waarbij de Hoge Raad opmerkt dat in dat kader meer van een woningcorporatie kan worden verwacht dan van een particuliere verhuurder.

De onderzoeksplicht van de rechter gaat volgens de Hoge Raad niet zo ver dat hij zich dient te wenden tot bijvoorbeeld de gemeente of hulpinstanties die het gezin betrokken zijn geweest.

Voorwaarden in de beslissing van de rechter

Indien de rechter een vordering tot ontruiming van een woning waarin minderjarige kinderen wonen toewijst, kan hij daaraan extra voorwaarden verbinden met het oog op de belangen van de minderjarige kinderen. De rechter kan bijvoorbeeld een langere ontruimingstermijn aan de ontruiming verbinden of kan aan de veroordeling de voorwaarde verbinden dat is/wordt voorzien in adequate opvang voor de minderjarige(n).

Tot slot

Hoewel de belangen van minderjarigen van een bijzonder gewicht zijn, hoeft dat niet te betekenen dat een vordering van een verhuurder tot ontruiming van een woning weinig kans van slagen heeft als er minderjarige kinderen in het spel zijn. De rechter moet naast de belangen van de minderjarigen immers ook oog houden voor de belangen van de verhuurder en omwonenden en uitgangspunt is dat het in beginsel aan de ouders en/of de overheid is om dakloosheid van minderjarigen te voorkomen. De verwachting is dat rechters wel kritischer gaan vragen naar de gevolgen van een ontruiming voor minderjarige kinderen en een ontruiming eerder dan voorheen kunnen laten afhangen van de mogelijkheid van vervangende woonruimte voor de kinderen. Of dat dan woonruimte moet zijn die kan worden betrokken met één of beide ouders, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Raï Ruysendaal, 010-7504475 of rr@thladvocaten.nl

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.