Nieuws-detail -

Een relatiebeding is (g)een concurrentiebeding

16 oktober 2017 - Arbeidsrecht nieuws

In een bijdrage van 31 mei 2016 besprak ik dat het relatiebeding wordt beschouwd als een bijzondere vorm van het concurrentiebeding, die erop neer komt dat het een werknemer wordt verboden om na de arbeidsovereenkomst contacten te onderhouden met bepaalde relaties van de werkgever. Ik ging nader in op een uitspraak waarin het Hof Den Haag een relatiebeding beperkte van 10.000 tot 20 relaties.

Uit een uitspraak van de Kantonrechter Leeuwarden blijkt dat er ook omstandigheden denkbaar zijn waarin een relatiebeding niet wordt aangemerkt als een concurrentiebeding. Het ging om de uitleg van afspraken over de beëindiging van een dienstverband, in het bijzonder de ontheffing van de werknemer uit een concurrentiebeding.

Wat was er aan de hand?

In de arbeidsovereenkomst die de werkgever en de werknemer hadden gesloten, was het volgende beding opgenomen:

Artikel 12. Non-concurrentiebeding

12.1 Gedurende en 12 maanden na het einde van het dienstverband – ongeacht de wijze waarop en de redenen waarom het dienstverband tot een einde is gekomen – zal het de medewerker zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, niet zijn toegestaan om:
a) op enigerlei wijze, direct of indirect, gehonoreerd of ongehonoreerd werkzaam of betrokken te zijn bij enige persoon, instelling, vennootschap of onderneming die concurrerende, soortgelijke of aanverwante activiteiten ontplooit als werkgever en de aan hem gelieerde vennootschappen, dan wel daarin of daarbij enig belang te hebben,
b) op enigerlei wijze, direct of indirect zakelijke contacten te onderhouden met of werkzaam te zijn voor enige persoon, instelling, vennootschap of onderneming, waarmee werknemer gedurende het laatste jaar voorafgaand aan het eind van het dienstverband enigerlei zakelijk contact heeft gehad, dan wel hen te bewegen de band met werkgever te verbreken,
c) werknemers of personen die in de periode van twee jaar voorafgaand aan het einde van het dienstverband met werknemer, een dienstbetrekking hebben of hebben gehad met de werkgever en/of met de aan hem gelieerde vennootschappen te bewegen het dienstverband met werkgever te beëindigen, en of in dienst te nemen.

Onder de titel "non-concurrentiebeding", waren dus een 'klassiek' concurrentiebeding (onder a), een relatiebeding (onder b) en een zogenaamd anti-ronselbeding (onder c) in de arbeidsovereenkomst opgenomen.

De werknemer wordt op staande voet ontslagen, waarna overleg tussen de advocaten van de werkgever en de werknemer plaatsvindt. Dat overleg resulteert in overeenstemming, waarvan onderdeel uitmaakt dat het ontslag op staande voet wordt ingetrokken. Verder maakt onderdeel van de afspraken uit dat de werknemer ontheven wordt van 'het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst'.

De werkgever start vervolgens een procedure op en stelt dat de werknemer het relatiebeding en het anti-ronselbeding  heeft overtreden door zakelijke relaties en werknemers van de werkgever te benaderen om over te stappen naar zijn nieuwe werkgever.

De werknemer stelt dat hij is ontslagen uit het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 12 en dus uit alle drie de daarin opgenomen bedingen. De werkgever verweert zich met de stelling dat het ontslag uit het concurrentiebeding alleen ziet op sub a, het 'klassieke' concurrentiebeding en dus niet op het relatiebeding en het anti-ronselbeding.

De uitspraak van de Kantonrechter

De Kantonrechter legt de afspraak dat de werknemer is ontslagen uit 'het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 12' voor de werknemer streng uit. Volgens de kantonrechter ziet de ontheffing alleen op het klassieke concurrentiebeding opgenomen onder a en niet op het relatiebeding (b) en het anti-ronselbeding (c). Daartoe overweegt de kantonrechter dat de strekking van ontheffing uit het concurrentiebeding is dat de werknemer een nieuwe baan kan vinden, terwijl het relatiebeding en het anti-ronselbeding die strekking niet hebben. Ook met een relatiebeding en een anti-ronselbeding kan de werknemer volgens de kantonrechter elders aan de slag. Zowel de letterlijke tekst van de afspraak als de bedoeling daarachter wijzen er volgens de kantonrechter dus op alleen van ontheffing uit het klassieke concurrentiebeding heeft plaatsgevonden.

Ten slotte / tip voor de praktijk

Deze zaak had mijns inziens ook anders kunnen uitpakken. Een relatiebeding wordt immers ook aangemerkt als een concurrentiebeding en beperkt een werknemer ook in zijn mogelijkheden om een nieuwe baan te vinden. De ontheffing uit het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 12, terwijl artikel 12 als titel heeft "Non-concurrentiebeding' kan mijns inziens ook goed worden uitgelegd als een ontheffing uit heel artikel 12 of in ieder geval uit het klassieke concurrentiebeding en uit het relatiebeding.

Deze procedure had sowieso voorkomen kunnen worden als op voorhand duidelijk en met zoveel woorden was afgesproken uit welke bedingen (leden) van artikel 12 de werknemer ontslagen was. Mocht u in de toekomst een werknemer willen ontslaan uit een concurrentiebeding, kijk dan dus goed naar de omschrijving daarvan in de arbeidsovereenkomst en volsta niet met verwijzing naar een artikel als daarin meer verplichtingen en/of bedingen staan.

Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Erik Lichtenveldt  (tel: 010-7504475 of e-mail el@thladvocaten.nl)

 

Deel dit artikel:

De sharefunctionaliteit is niet beschikbaar omdat de cookies zijn uitgeschakeld. Kunnen cookies weer worden geactiveerd?

Terug naar vorige pagina
Wij gebruiken cookies om de ervaring op onze website te verbeteren, statistieken bij te houden en je toegang te geven tot onze social media.
Door gebruik te maken van deze website of door op akkoord te drukken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Je kan cookies ook niet accepteren.