Inleiding
De echtgenoot of geregistreerde partner van de huurder is van rechtswege medehuurder zolang hij/ zij in de woonruimte het hoofdverblijf heeft. Als de overeenkomst met de huurder eindigt, bijvoorbeeld door opzegging, neemt de medehuurder de positie van de huurder over. De vertrekkende huurder blijft aansprakelijk voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst totdat hij/ zij deze rechtsgeldig heeft beëindigd (artikel 7:266 BW). In onderstaande zaak was de huurder een andere mening toegedaan.
De feiten en omstandigheden
Huurder (de man) en medehuurder (de vrouw) huren een zelfstandige woning voor onbepaalde tijd. Zij zijn met elkaar getrouwd geweest en de rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken. De rechter heeft in de echtscheidingsuitspraak bepaald dat de vrouw (alléén) huurster zal zijn van de woning met ingang van de dag waarop deze uitspraak is ingeschreven. Inschrijving vindt -door toedoen van de vrouw- pas 1,5 jaar later (in april 2021) plaats. De man heeft de woning op dat moment al lang verlaten. Hij heeft in november 2019 eerst de huur via WhatsApp opgezegd en in november 2020 (onvolledig) via een digitaal opzeggingsformulier. Hij heeft al die tijd geen huur betaald. De vrouw evenmin. De verhuurder heeft de rechter gevraagd om de huurovereenkomst te ontbinden en de man en de vrouw hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de huurachterstand.
De rechtbank
De kantonrechter is van mening dat door het feitelijke vertrek van de man uit de woning géén einde aan de huurovereenkomst is gekomen. De opzegging door de man via WhatsApp is niet rechtsgeldig, maar via het digitaal opzeggingsformulier wel. De man is hoofdelijk aansprakelijk voor de achterstallige huur tot en met november 2020. Het is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat de verhuurder de man aanspreekt op de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De verhuurder staat buiten de echtscheidingsperikelen. De man wordt hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand tot en met november 2020. Ook wordt de vrouw hoofdelijk hoofdelijk veroordeeld.
Het gerechtshof
De man stelt hoger beroep in. Het gerechtshof overweegt dat een huurder die voor onbepaalde tijd woonruimte huurt zelfstandig kan opzeggen, ook als hij volgens de wet een medehuurder heeft. Hiervoor vereist de wet geen instemming van de wettelijke medehuurder. De verhuurder mag dit ook niet bedingen. Doet hij dit wel, dan is sprake van een nietig beding. De medehuurder wordt na het einde van de overeenkomst met de huurder van rechtswege huurder in het geval deze hoofdverblijf heeft in het gehuurde.
De huurder had zelf kunnen opzeggen. Opzegging via WhatsApp is niet rechtsgeldig, vooral niet gezien de summiere inhoud van het bericht. De verhuurder heeft gezien de betalingsherinneringen, sommaties en buitengerechtelijk incassotraject, niet onnodig getalmd met haar vorderingen. Het gerechtshof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.
Het arrest van het gerechtshof van 5 oktober 2021 in deze zaak is hier na te lezen.
Voor meer informatie of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Paul Beekman (tel: 010-7504475 of e-mail pb@thladvocaten.nl).